‘HET PAST HELEMAAL IN HET IDEE VAN HET GOEDE LEVEN’
“Ethiek gaat over de moraal. Moraal is het geheel van normen en waarden die we hebben ervaren als bruikbare richtlijnen voor ons handelen. In de moraal gaat het over fundamentele belangen van mensen en de waardering daarvan. Het gaat ook over goed en kwaad.” Aan het woord prof. dr. Heleen Dupuis, lid van de VVD-fractie in de Eerste Kamer. Volgens haar gaat het in de moraal om het zoeken naar ‘het goede leven’, zoals Aristoteles het eens verwoordde. “Ik vind dat een mooie term. Het goede leven is een leven dat bij de mens past, dat in moreel opzicht goed is in de zin dat ook de belangen van andere mensen gezocht worden. Ik heb mijn entree- en afscheidsrede als hoogleraar dan ook beide dezelfde titel gegeven. ‘Zoeken naar het goede leven’, dáar gaat het volgens mij om.”
Tekst: Rinus van Warven – Foto’s: Paul Mellaart.
Bron: het blad Vrijmetselarij, jaargang 65, nr. 10, december 2011 (pub).
In 1991 ontvangt ze een erepenning van loge ‘La Vertu’ in Leiden voor haar werk op het gebied van (medische) ethiek. En er zijn vrijmetselaren in haar familie te vinden. Prof. dr. Heleen Dupuis waardeert de vrijmetselarij in haar streven naar bezinning op het mens-zijn. “Het is zo waardevol als je gestructureerd nadenkt over de grondslagen van het menselijk bestaan. Bezin je op wie je werkelijk bent, waarvoor je leeft en wat je verantwoordelijkheden zijn. De vrijmetselarij past naadloos in de verlichtingstraditie, waarbinnen tolerantie voor elkaars ideeën zo’n belangrijke rol speelt. Het past helemaal in het Aristotelische idee van het goede leven.” Heleen Dupuis (1945) is sinds 8 juni 1999 lid van de VVD-fractie in de Eerste Kamer. Zij was hoogleraar medische ethiek in Leiden, voorzitter van de Ethische Adviesraad van Sanguin en vicevoorzitter van de Commissie Medische Ethiek van het Leids Universitair Medisch Centrum. In de Eerste Kamer houdt evrouw Dupuis zich bezig met volksgezondheid, wetenschapsbeleid en hoger onderwijs. Zij was van 2007 tot 2011 de eerste ondervoorzitter van de Eerste Kamer.
‘Zingeving en levensbeschouwing is fundamenteel in het menselijk bestaan’
Dialoog
Er zijn godsdiensten die de pretentie hebben dat zij aan de basis van het ethisch denken staan. Hoe denkt senator Heleen Dupuis daarover? “Daarmee ben ik het gewoon principieel niet eens. Plato heeft een dialoog geschreven waarin Socrates de vraag behandelt: Is iets goed omdat God het goed vindt of vindt God iets goed omdat het goed is? Wat is er eerder? Moraal of godsdienst? Mijn positie? De godsdienst neemt de moraal in zich op en niet andersom.”
“Moraal is gecumuleerde ervaring. De mensen leren door schade en schande dat bepaalde dingen beter niet kunnen en andere beter wel. Als er ergens in een maatschappelijke context zich een godsdienst ontwikkelt – ik zeg het maar op de menselijke manier – dan is het voor de hand liggend dat die godsdienst ook de morele normen, die in die groep bestaan, in zich opneemt.”
‘Het bijzondere van deze tijd is dat de
meeste ethici wel uitgaan van een soort
moreel minimum’
Naastenliefde
Paul Cliteur heeft ooit gezegd dat het boek ‘Deuteronomium’ niet nodig is voor de moraal of de ethiek. Hoe denkt Heleen Dupuis daarover? “Het christelijk geloof heeft veel uit de oude Stoa in zich opgenomen. Alle mensen zijn broeders en alle mensen zijn verantwoordelijk voor elkaar. Ook de naastenliefde komt niet uit het christendom, maar waarschijnlijk uit de stoïcijnse filosofie. Geen enkele stroming kan de waarheid claimen. Maar het bijzondere van deze tijd is dat de meeste ethici wel uitgaan van een soort moreel minimum. Een minimumaantal regels, dat in elke samenleving nodig is omdat het anders een zootje wordt. En hoe ziet dat minimum aantal regels eruit? Je zou de Decaloog, de Tien Geboden, op kunnen vatten als zo’n moreel minimum. Je mag elkaar niet naar het leven staan, elkaar niet beliegen en bedriegen, je respecteert de eigendommen van de ander.”
Slagvelden
Is de mensheid er moreel op vooruit gegaan de afgelopen honderden jaren? Senator Heleen Dupuis: “Ja en nee. De 20e eeuw telt natuurlijk het grootste aantal moordpartijen op slagvelden dat we ooit hebben meegemaakt in de geschiedenis van de mensheid. We hebben de technische mogelijkheden om elkaar grootschalig naar het leven te staan. In die zin is de 20e eeuw een dieptepunt. Maar juist dit dieptepunt is er ook de oorzaak van geweest dat een aantal naties bij elkaar is gaan zitten en heeft gezegd: ‘Jongens, dit kan zo toch niet meer. Wij moeten nu verdragen sluiten en de mensenrechten gaan respecteren’. En dát is een grote stap vooruit. Er is bij miljoenen mensen een besef gegroeid van universele waarden zoals mensenrechten. Dát is de opbrengst van de morele ontwikkeling van de afgelopen eeuwen. In een vrije wereld mogen er geen slaven meer zijn. In de westerse democratische rechtstaat hebben mannen en vrouwen gelijke rechten. Dat is een relatief nieuw besef. En dat is wel vooruitgang. Dat het nog te weinig wordt toegepast, vind ik een ander verhaal.”
‘We hoeven geen consensus te hebben
over euthanasie en abortus, dat is
helemaal niet nodig’
Neuzen
Eerste Kamerlid Heleen Dupuis noemt de Engelsman John Stuart Mill een van de meest interessante filosofen als het om de ethiek gaat. “Stuart Mill beschrijft heel goed het probleem van de twee domeinen waarbinnen een burger leeft. Allereerst heb je het publieke domein, waarbinnen regels gelden en ‘de neuzen’ wel één kant op moeten.” “Maar”, zo meent de ethica, “ik zie dat echt als vondst van het liberalisme. Er is ook een privédomein, waarbinnen individuele mensen zoveel mogelijk de ruimte hebben om hun eigen levenskeuzes te maken. Natuurlijk hebben we ons rekenschap te geven van het publieke domein. Bijvoorbeeld langs de politieke kant van de democratische rechtstaat. Maar veel zaken behoren tot het privédomein. En dat is zeer interessant met het oog op de moraal. We hoeven geen consensus te hebben over euthanasie en abortus, dat is helemaal niet nodig.”
Vrijen
En waarom is binnen het privédomein over deze zaken geen consensus nodig? Senator Heleen Dupuis: “Het is heel goed mogelijk dat u het ene wilt en ik het andere, zónder dat wij elkaar daarmee dwarszitten. Het heeft geen consequenties voor mijn belangen of u wel of geen euthanasie zou willen en omgekeerd is het ook zo. Dat is het privédomein. Ook de vraag met wie je vrijt, een man of een vrouw, of met drie, vier partners als je dat zou willen. Who cares? Dat zijn zaken binnen het privédomein die mensen zelf kunnen kiezen. Anderen worden daardoor niet belast. Wat het liberalisme als politieke stroming wil, is die vrije ruimte van het individu zover mogelijk vergroten. Het individu hoeft dan ook niet door de staat worden verhinderd om een pil voor zelfdoding te verkrijgen.”
Context
“Het privédomein is de ruimte waarin mensen eigen waarden kunnen nastreven. Natuurlijk bevindt die ruimte zich binnen de context van een samenleving waar natuurlijk wel een aantal zaken zijn gedefi nieerd. En deze ruimte is niet helemaal leeg van regels. We hebben afspraken gemaakt over het individu en zijn seksualiteit, maar pedoseksualiteit is niet acceptabel. Het gaat om de grootst mogelijke vrijheid binnen de afgesproken grenzen. Stuart Mill is de enige fi losoof bij wie ik dat zo heb teruggelezen, zoals ik het zelf ook het liefst zou formuleren. In het privédomein moet de overheid zich zo ver mogelijk van beïnvloeding van de keuzes van mensen houden. Kerk en godsdienst reken ik tot het privédomein. Mensen mogen daarbinnen geloven wat ze willen. Ze mogen niet handelen zoals ze willen, omdat daar natuurlijk het hele publieke domein omheen zit” “Wat je gelooft, mag je zelf bepalen. Maar het is volkomen terecht dat we binnen het publieke domein ondanks de vrijheid van godsdienst tegen de moslim kunnen zeggen: ‘Veelwijverij en vrouwenbesnijdenis? Forget it!’.”
Machtsmonopolie
Is Heleen Dupuis een religieus mens? “Religieus is te veel gezegd. Maar ik vind zingeving en levensbeschouwing fundamenteel in het menselijk bestaan. Je moet ergens voor gaan. Je moet een idee hebben van het goede. Ik heb grote sympathie voor de kerk, omdat het een plaats is van rust en bezinning. Maar de God zoals die van de Bijbel… Die gaat er bij mij echt niet in.” “De kerk biedt tal van vormen en mogelijkheden tot bezinning. Ik ben echt een oer-protestant. In zijn vrijzinnige vorm vind ik het protestantisme wel oké. Ik zie geen heil in het machtsmonopolie van de katholieke kerk. Ik ben een mens van de verlichting.”