Voorwoord van grootmeester Willem Meijer, Vrijmetselarij
Bron: het blad Vrijmetselarij, jaargang 67, nr. 8, september 2013 (pub).
Voor vrijmetselaren is meer zelfkennis en een beter bestand zijn tegen de ongewisheden van het leven, slechts één kant van de maçonnieke medaille… Zonder een heilzame invloed op het functioneren samen met anderen hebben fraaie bespiegelingen niet zoveel zin. Dus steeds opnieuw de vraag: Wat doen vrijmetselaren met dat vrij metselen in het dagelijks leven? Een vraag die ieder lid van de Orde voor zichzelf mag en moet beantwoorden. Onze beginselverklaring laat aan duidelijkheid over de wijze waarop vrijmetselaren met elkaar – én met hun medeburgers – willen omgaan weinig te wensen over, en daarmee geeft zij ook een beeld van het soort samenleving waarin die vrijmetselaren zich prettig voelen of zouden kunnen voelen.
Maar ondanks die gemeenschappelijke visie-op-hoofdlijnen is het aan iedere individuele vrijmetselaar om te bepalen hoe hij met die uitgangspunten omspringt in zijn leven van alledag. Dezelfde keuzen waarvoor iedere bewust levende mens zich gesteld ziet. Vandaar ook dat in deze uitgave van ‘Vrijmetselarij’ niet alleen de leden van onze Orde aan het woord komen. De vrije ontmoeting van de maçonnieke kijk op leven en maatschappij met die van andere tijdgenoten strekt ons allen tot voordeel.
Willem S. Meijer,
Grootmeester van de Orde van Vrijmetselaren onder het Grootoosten der Nederlanden.