DE MEESTERVRIJMETSELAAR
En dan is het zover, de verheffi ng tot meester-vrijmetselaar. Wat voor impact heeft dat op het toekomstig leven? Wat is de meerwaarde? Drie meesters-vrijmetselaar geven hun visie.
Bron: het blad Vrijmetselarij, jaargang 65, nr. 10, december 2011 (pub).
Onder redactie van Ed Worm – Foto’s: Paul Mellaart.
TJALLING LANDMAN | Meester-vrijmetselaar
loge De Friesche Trouw, nr. 20 | Leeuwarden
”Tijdens mijn jonge jaren kon ik slechts beschikken over een hamer,een nijptang, een schroevendraaier en een waterpomptang. Meer zat er niet in de gereedschapskist van mijn vader. Inmiddels is diezelfde kist goed gevuld met een variëteit aan werktuigen, maar de handigheid er doeltreffend mee om te gaan, ontbreekt nog immer. Een bekwaam bouwer ben ik hooguit slechts in naam.”
“Het is dan ook een gelukkige omstandigheid dat het bouwen bij de vrijmetselarij vooral een symbolische functie heeft, want dat verhoogt mijn kunnen dramatisch. Een vakman wil ik me zeker niet noemen, maar aan de verre horizon zie ik wel een schim van mijzelf in die hoedanigheid opdoemen. Oefening baart immers kunst.”
“Als relatief jonge meester-vrijmetselaar sinds juni 2009, is mijn leerlingenarbeid duidelijk niet voltooid. Hoezeer ik de beitel ook aan mezelf sla, er blijven altijd oneffenheden aan het oppervlak zichtbaar. En soms vraag ik mij af of er uiteindelijk wel genoeg steen overblijft om te kunnen passen in het bouwwerk…”
“Die twijfelende momenten gaan gelukkig snel voorbij, want in de arbeid weet ik mij altijd gesteund door mijn broeders. Met de wekelijkse portie – mentale – training in de loge is er duidelijk sprake van vooruitgang en in de toekomst kan er slechts sprake zijn van verdere verbreding en verdieping in dat proces. Het verrijkt je leven en als het goed is, plukken anderen daar een graantje van mee.”
“Tegelijkertijd is er het besef dat vrijmetselaar proberen te zijn een levenswerk blijft. Achteraf gezien vind ik het dus jammer dat ik de weg naar de vrijmetselarij niet eerder heb gevonden.”
CHRIS VAN DEN HOOGEN | Meester-vrijmetselaar
loge Het Derde Licht, nr. 254 | Eindhoven
“Veel jaren geleden werd ik ingewijd en ben dus enigszins – dus nimmer geheel – vertrouwd met ritualen en symbolen. De ooit opgedane betekenissen van inwijding en ritus en het ‘omspelend vermoeden’ rondom de symbolen – ontstaan in voortdurende en vele herbelevingsvormen – zijn mij tot voedsel en steun geworden voor mijn dagelijkse ‘innerlijke dialogen’. Ritualen kunnen mij daarbij de diepten laten zien van het algemeen menselijke in mijn bestaan. Door de getrouwe herhaling vormen zij blijvende indrukken, die graag ooit tot uitdrukking willen komen. Mijn inwijdingshistorie als vrijmetselaar zal, middels het ‘tot diepe indruk geworden rituaal en symbool’, tot richtsnoer kunnen worden en tot innerlijk sturende waarde kunnen blijven, voor denken en handelen, voor de rest van mijn leven.”
“Het prudent en welbegrepen omgaan via de ‘signaalfuncties’ van het rituaal en de daarin ingebedde symbolen, blijft mij een levensles bezorgen, die iedere vorm van defi nitief geworden oordeel wil opschorten of uitsluiten! Want: de als defi nitief geachte kennis/inzicht, móet wel noodzakelijk uitmonden in het plaatsen van een innerlijke sluitsteen, waarachter alle levenswijsheid kwijnt…”
“Het ‘nu’ en het ‘voorlopige’, verrijkt mijn maçonnieke leven van toen en kleurt het leven van heden én morgen. Mijn open en onvoorwaardelijke beleving van de ritus, de liefdevolle comparitie en het zich zo ‘symboliserend en ritualiserend leven’, kunnen een lichtende maçonnieke oogopslag in het westen dragen. En als zodanig kan ik dan ook mijn leven inzien als een te voltooien – en dus nimmer fi naal geworden – bouwwerk. Want dan is:
‘Het ‘kleine’ zien: verlichting,
Het tere, het kwetsbare bewaren: kracht.’
‘Maak van het licht van beide gebruik;
Wordt tot innerlijke – uiterlijk herkenbare – harmonie,
verlichting en schoonheid barend,
Hetgeen is: zich toeleggen op dat wat eeuwig is…’.”
PIETER KARSTEN | Meester-vrijmetselaar
loge De Veluwe, nr. 72 | Apeldoorn
“Ik ben nu in de fase ná mijn werkzame leven. Een fase met geringe verantwoordelijkheid, maar met veel inzicht. Een fase, waarin je weer wat linkser en cynischer wordt. Bij uitstek dus een fase, waarin je alles weer op een rijtje kunt zetten en visie kunt ontwikkelen op hoe nu verder.”
”De redenen waarom ik ben toegetreden tot de vrijmetselarij gelden nog steeds: 1. Nieuwsgierigheid en uitdaging. Een oud instituut, dat Wijsheid uitstraalt en wereldwijd – nou ja, voor een deel – verbreid is. 2. Nadere kennismaking met geestverwanten. Tolerantie en bescheidenheid – achter de schermen werken – spraken mij aan. De comparities en open loges waren het wekelijkse rustpunt.”
“Wat betekent het nu voor mij? Vooral het begrip tijd is veranderd. Vroeger moest je effi ciënt zijn en stipt op tijd werken, al leek het toen al of in de loge de tijd stilstond. Nu ga ik uit van een ander begrip van tijd, meer gericht naar de invulling ervan. Een beetje stilstaan en toch actief. Goethe’s bekende uitspraak ‘nicht irren, aber nur wundern’, is wijs maar statisch. De tijd waarin we nu leven – sommigen zeggen dat we in een crisis leven – is heel spannend.
Oorlogen kunnen niet meer gewonnen worden. De eeuwenlange hegemonie van het westen is voorbij. China en de andere BRIC landen nemen het stokje over. Niet alleen in economische zin maar ook in geestelijke zin. Een andere kijk op de wereld is dus gewenst.”
“De vrijmetselarij heeft als thema ‘Ken U Zelve’. Ik vertaal dat met ‘inzicht om ons te behoeden voor verkeerde stappen en om de schade te voorkomen’. De universele waarde en betekenis van de vrijmetselarij is alleen maar toegenomen en daaraan wil ik dus blijven werken.”